HomeOver onsReglementBekerreglement

Het bekerreglement voor zaalvoetbal

De bekerformule is veranderlijk en mogelijke wijzigingen worden voor het seizoensbegin bekend gemaakt.

De ploegen worden bij loting onderverdeeld in 4 poules (3 ploegen per poule) en spelen onderlinge voorrondewedstrijden. Na deze voorrondes wordt de bekercompetitie opgesplitst. De ploegen op plaatsen 1 en 2 zetten de bekercompetitie verder in kruisfinales. De ploegen die in hun poule laatste werden, worden ondergebracht in de mini-bekercompetitie.

Kwartfinales, halve finales en finales worden gespeeld door middel van rechtstreekse uitschakeling.

Duur wedstrijden

  • Voorrondes 2 x 20 minuten zonder rustperiode (de ploegen moeten onmiddellijk van kant wisselen)
  • Kwartfinales, halve finales en finales : 2 x 25 minuten met 5 minuten rust

Speelveld

De bekerwedstrijden worden gespeeld over een volledige zaal naar handbaldoelen. De zijlijnen en de achterlijn zijn zwarte. Elke ploeg bestaat uit 4 veldspelers en 1 keeper.

Doelman

De keeper moet keeperhandschoenen dragen. Hij mag de bal met de handen spelen binnen zijn doelgebied, maar niet bij een terugspeelbal. De doelman die een bal opvangt, mag die enkel uitwerpen. Bij een spelhervatting gooit of rolt de keeper de bal, de bal wordt dus niet uitgetrapt.

Vervangingen

Spelers wisselen mag onbeperkt en zonder formele toestemming van de scheidsrechter. Let op: de wisselspeler mag alleen het speelveld betreden door de andere af te lossen door handcontact rond de middellijn. Keeperwissels zijn enkel toegelaten wanneer het spel stilligt en mits toestemming van de scheids.

De scheidsrechter

De scheidsrechter kan en mag tijdens de bekerwedstrijden ten allen tijden de voordeelregel toepassen. Hij kan na afloop van de fase alsnog de vrije trap toekennen en/of de passende disciplinaire sanctie nemen.

Strafschoppen

Een strafschop wordt steeds genomen zonder aanloop. De bal moet dus uit stand getrapt worden vanop de strafschopstip.

DE STRAFSCHOPNEMER: De speler die de strafschop neemt moet duidelijk herkenbaar zijn. Voor de scheidsrechter en de keeper moet het duidelijk zijn wie de strafschop neemt. Als een strafschop over moet, dan mag ook een andere speler deze nemen. Ook mag er een andere keeper in het doel komen staan.

DE KEEPER: De keeper mag zich op de doellijn verplaatsen. Hij mag echter niet van de doellijn afgaan tot het moment dat de bal is getrapt.

Het trappen van een strafschop gebeurt als volgt: de bal moet door de speler die de strafschop neemt op het strafschoppunt gelegd worden. De scheidsrechter beoordeelt of de bal correct ligt. Alle spelers, met uitzondering van de doelverdediger van de tegenpartij, moeten zich binnen het speelveld maar buiten het doelgebied bevinden en op minimum vijf meter van de bal.

De toelating om de strafschop te trappen moet door de scheidsrechter met een fluitsignaal gegeven worden De strafschopnemer neemt één voorwaartse stap, waarna de bal onmiddellijk richting doel getrapt moet worden. Deze regel (uit stand schieten) is nodig om blessures bij de doelman die kunnen volgen uit een te lange aanloop te vermijden. Wanneer de scheidsrechter vaststelt dat de doelverdediger zich niet op de voorgeschreven plaats op de doellijn bevindt, moet hij toch de strafschop laten nemen. Als een doelpunt aangetekend wordt, moet het goedgekeurd worden. Indien geen doelpunt gemaakt wordt, moet de strafschop hernomen worden

Strafschoppenserie

Bij gelijke stand bij wedstrijden met rechtstreekse uitschakeling worden direct na afloop van de wedstrijd een strafschoppenserie genomen om een winnaar aan te duiden. Dit gebeurt in een reeks van 3 strafschoppen. Als de stand na deze reeks gelijk is, nemen beide ploegen telkens één extra penalty getrapt tot er een verschil ontstaat. Een speler mag pas terug een penalty nemen als alle spelers (incl. doelman) aan de beurt geweest zijn.

De scheidsrechter bepaalt op welk doel alle strafschoppen zullen genomen worden en wijst door loting de ploeg aan die de eerste strafschop zal nemen.

Wanneer de bal in aanraking komt met de doelverdediger, een doelpaal of de dwarslat en bij het terugkaatsen in het speelveld geraakt, mag hij niet nogmaals ingeschoten worden door de strafschopnemer of diens ploeg.

Hoekschop

Een hoekschop moet worden toegekend aan een speler van de aanvallende ploeg wanneer de bal volledig over de doellijn gerold of gevlogen is en het laatst door een verdediger werd aangeraakt.

De bal wordt op de hoek gelegd aan de kant waar hij is buitengegaan. Uit hoekschop kan rechtstreeks gescoord worden.

Puntentelling

Puntentelling voor de poulewedstrijden

Winnaar: 3 pt
Gelijkspel: 2 pt
Verliezer: 1 pt
Forfait: 0 pt

Bij ex aequo in de poulefase wordt gekeken naar

  • Het onderlinge resultaat tussen de betrokken ploegen
  • Het aantal gewonnen wedstrijden
  • Het doelpuntensaldo van álle groepswedstrijden
  • Het aantal gemaakte doelpunten in álle groepswedstrijden
  • Lottrekking

ZVGroenendaal - Feitelijke Vereniging © 2023 Alle rechten voorbehouden.

P